jj_02_06_009v
001
De transistor staat in:
 
a   GES
b   GCS
c   GDS
d   GBS
- 
002
De waarde van de weerstand Rc is:
 
a   0.5 Kohm
b   2.5 Kohm
c       2 Kohm
d       3 Kohm
- 
003
Kenmerkend voor een GBS is:
a   een lage ingangsimpedantie en een lage uitgangsimpedantie
b   een hoge ingangsimpedantie en een hoge uitgangsimpedantie
c   een lage ingangsimpedantie en een hoge uitgangsimpedantie
d   een hoge ingangsimpedantie en een  lage uitgangsimpedantie
- 
004
Van de transistor is de hfe =100.
De spanningsversterking van deze schakeling is ongeveer:  
a   50
b   5
c   1
d   100
- 
005
 
Q1  Q2 en  Q3 zijn:
a  NPN transistoren
b  P-kanaal veldeffect transistoren
c  N-kanaal veldeffect transistoren
d  PNP transistoren
- 
006
Indien een transistor wordt gebruikt als frequentievermenigvuldiger zal deze bij voorkeur worden ingesteld in:
a   klasse A
b   klasse B
c   klasse C
d   klasse A/B
- 
007
Een hf-versterker, bedoeld voor het versterken van een frequentie gemoduleerd signaal, wordt voor een zo hoog mogelijk rendement ingesteld in:
a   klasse A/B 
b   klasse B 
c   klasse A 
d   klasse C
- 
008
De kans dat een zender te veel harmonischen uitstraalt is het grootst als de eindtrap wordt ingesteld in:
a   klasse B 
b   klasse A 
c   klasse AB 
d   klasse C
- 
009
Een buis staat ingesteld in klassse A.
Bij uitsturing met een sinusvormig signaal is anodestroom aanwezig gedurende:
a   de gehele periode
b   de halve periode
c   een kwart periode
d   een achtste periode
- 
010
Indien een triode wordt gebruikt als frequentie vermenigvuldiger zal deze buis bij voorkeur worden ingesteld in:
a   klasse A
b   klasse AB
c   klasse B
d   klasse C
- 
011
In de figuur is het schema van een versterker gegeven.
De versterker staat  ingesteld in:
 
a   klasse A
b   klasse B
c   klasse C
d   klasse AB
- 
┘
012
Deze vermogensversterker is geschikt voor
a   morsetelegrafie [draaggolf aan/uit]
b   enkelzijbandmodulatie zonder draaggolf
c   dubbelzijbandmodulatie zonder draaggolf
d   amplitudemodulatie [0 - 100% modulatie]
-