N-01-04-002-VR
001

Een sinusvormig signaal gaat per seconde 20 keer door het nulpunt.
De frequentie van dit signaal is:

a   10Hz
b   20 Hz
c   40Hz
-


002

Van een wisselstroom wijzigt de stroomrichting 3.500.000 maal per seconde van richting.
De frequentie bedraagt:

a   1750 kHz
b   3500 kHz
c   7000 kHz
-


003

Een wisselstroom heeft een frequentie van 3500 kHz.
Het aantal malen dat de stroom per seconde van richting verandert bedraagt:

a   1.750.000
b   3.500.000
c   7.000.000
-


004

Een wisselspanning heeft een frequentie van 50 Hz.
De momentele waarde is per seconde:

a   25x positief en 25x negatief
b   50x positief en 50x negatief
c   100x positief en 100x negatief
-


005

Onder de frequentie van een wisselspanning wordt verstaan:

a   het aantal nuldoorgangen per seconde
b   het aantal perioden per seconde
c   de tijdsduur van één periode
-


006

De voortplantingssnelheid voor radiogolven in een bepaald materiaal is 250.000 km/s.
In dit materiaal is de golflengte van het signaal 2 meter.
De frequentie is dan:

a   125 MHz
b   150 MHz
c   150 KHz
-


007

Wat is de frequentie van dit signaal:

A. 300 Hertz
B. 100 Hertz
C.   90 Hertz