Vragenboek  Novice Licence
001

De beste manier om een antennemast te aarden is:

a   de mast te verbinden met de aarde van het lichtnet
b   de mast verbinden met een koperen aardelektrode
c   de mast te verbinden met een metalen dakgoot
Hoofdstuk  10     VEILIGHEID
-


002

Tijdens werkzaamheden aan een voedingsapparaat pakt een collega-amateur een draad vast waarop netspanning staat.
Hij kan de draad niet meer loslaten.
Uw eerste handeling moet zijn:

a   de netsteker uittrekken
b   het slachtoffer lostrekken
c   de apparaat-schakelaar uitzetten
-


003

De beste methode om een ontvanger te beschermen tegen de effecten van een nabije blikseminslag is:

a   een smoorspoel over de antenne-ingang plaatsen
b   de ontvanger loskoppelen van antenne en lichtnet
c   de ontvangerkast goed aarden
-


004
Een voeding wordt beveiligd met één of meer smeltveiligheden in de netleiding.
Dit wordt in de praktijk gedaan met:

a   een snelle en een trage zekering parallel
b   één snelle zekering
c   één trage zekering  
-


005

In netvoedingen moet de aarddraad van het netsnoer worden verbonden met het metalen chassis.
Hierdoor zal in alle gevallen dat er een fout in de voeding optreedt:

a   de aardlekschakelaar aanspreken
b   het chassis geen hoge spanning ten opzichte van aarde krijgen   
c   de netveiligheid aanspreken
-


006

De juiste aansluiting van de gekleurde aders van een 3-aderig snoer in de netsteker

a   pen1= rood     pen2= blauw   pen3= geel
b   pen1= bruin    pen2= blaue    pen3= geel/groen    
c   pen1= blauw   pen2= bruin     pen3= groen
-


007

Een transceiver wordt met een 3-aderig netsnoer aangesloten op een stopcontact met randaarde.
Dit wordt gedaan om te bereiken dat:

a   op de metalen kast van de transceiver geen spanning kan staan   
b   de aardlekschakelaar juist kan functioneren
c   een goede hf-aarde voor de antenne wordt verkregen
-


008

Veiligheidsaarde wordt aangebracht met als doel:

a   een mogelijk potentiaalverschil tussen de nut van het net en aarde op te heffen
b   de antenne-retourstroom mogelijk te maken
c   het chassis (massa) van de zendinstallatie op aardpotentiaal te brengen