001

In een schakeling, bestaande uit een batterij en twee in serie geschakelde weerstanden, moet de stroom door de weerstanden gemeten worden.
Wat is de juiste schakeling?

a   schakeling 3
b   schakeling 2
c   schakeling 1
Vragenboek  Novice Licence
-


002

Men wil de gelijkspanning over de weerstand R met een voltmeter meten.
De aanwijzing is het nauwkeurigst indien de weerstand van de meter:

a   zo hoog mogelijk is
b   zo laag mogelijk is
c   10 K
bedraagt
Hoofdstuk  08     METINGEN
-



003

Een staandegolfmeter voor 50
is aangesloten tussen een zendontvanger en een 50 coaxiale kabel met antenne. De aanwijzing is 1.
Dit betekent dat de:

a   antenne aangepast is aan de kabel
b   demping van de kabel minimaal is
c   uitgangsimpedantie van de zendontvanger 50
is
-


004

De juiste impedantie-aanpassing van een antennesysteem wordt gecontroleerd met een

a   veldsterktemeter
b   ohmmeter
c   staandegolfmeter
-


005

Drie weerstanden van elk 300 ohm worden parallel geschakeld
De vervangingswaarde is:

a   900

b   100

c   300
-


006

Bij het doorverbinden van de klemmen X en Y wijst de draaispoelmeter volle uitslag aan.

De uitslag halveert bij aansluiten van een weerstand tussen X en Y met een waarde van:

a   300 K

b   150 K

c   75 K
-


007

Een staandegolfmeter (SGM) voor 70 ohm is opgenomen in een antennekabel van 70 ohm.
Bij welke afsluitimpedantie wijst de meter 1 aan ?

a   50

b   70

c   kortsluiting
-


008

Electrische stroom wordt gemeten met een:

a   ampéremeter
b   ohmmeter
c   voltmeter
-


010

De juiste impedantie-aanpassing van een antennesysteem wordt gecontroleerd met een:

a   ohmmeter
b   staandegolfmeter
c   veldsterktemeter
--


009

Een kunstantenne (dummy load) wordt gebruikt om:

a   de kans op televisiestoring (TVI) te verminderen
b   een zender te belasten zonder signalen uit te stralen
c   lange afstand verbindingen te maken
-


011

Een 50 
staandegolfmeter (SWR-meter) is met verliesvrije 50 coaxkabel aangesloten tussen een zender en een antenne.
De SWR-meter wijst 1 aan.
Dit betekent dat de energie uit de zender:

a   door de antenne volledig wordt gereflecteerd
b   door de antenne volledig wordt uitgestraald
c   in de zender zelf wordt gedissipeerd
-


012

Indien een 3-30 MHz staandegolfmeter op UHF wordt toegepast dan zullen aflezing en nauwkeurigheid:

a   geheel niet betrouwbaar zijn
b   alleen kloppen indien de aanwijswaarden met 10 vermenigvuJdigd worden
c   voldoende betrouwbaar zijn
-


013

Een milli-ampéremeter kan geschikt worden gemaakt voor het meten van ampéres door een:

a   lage weerstand in serie te schakelen
b   hoge weerstand parallel te schakelen
c   lage weerstand parallel te schakelen   
-


014

Bij een wandcontactdoos is er een fase en een nul.
Het onderscheid tussen deze aansluitpunten bepaalt men het meest betrouwbaar door:

a   kijken naar de kleuren van de draden
b   meten met een daartoe geschikt instrument    
c   kijken naar de opschriften
-


015

Om het opgenomen vermogen van de zender te meten gebruikt men een voltmeter en een ampéremeter.
Het opgenomen vermogen bedraagt:

a   95 W
b   100 W
c   99,95 W
-


016

In de schakeling is een hoog-ohmige voltmeter toegepast.
Nadat schakelaar S is gesloten geeft de voltmeter een spanning aan van:

a   12 V
b   10 V   
c   2 V