┘
Vragenboek Novice Licence
001
Een bandfilter past men toe in:
A. een voedingsapparaat
B. de middenfrequentversterker
C. de laagfrequentversterker
-
002
Welke karakteristiek behoort bij een bandsperfilter?
a karakteristiek 1
b karakteristiek 3
c karakteristiek 2
-
003
Welke karakteristiek behoort bij een hoogdoorlaatfilter?
a karakteristiek 3
b karakteristiek 2
c karakteristiek 1
Hoofdstuk 03 Schakelingen
-
004
Welke karakteristiek behoort bij een bandsperfilter?
a karakteristiek 1
b karakteristiek 3
c karakteristiek 2
-
005
Dit is een schema van een:
a bandfilter
b hoogdoorlaatfilter
c laagdoorlaatfilter
-
006
Dit is het schema van een:
a seriekring
b parallelkringr
c laagdoorlaatfilter
-
007
Achter een zender wordt een filter geplaatst om het uitzenden van harmonischen te verminderen.
Dit moet zijn een:
a bandsperfilter
b hoogdoorlaatfilter
c laagdoorlaatfilter
-
008
Welke schakeling wordt als laagdoorlaatfilter gebruikt?
a schakeling 3
b schakeling 2
c schakeling 1
-
009
Dit is het schema van een:
a banddoorlaatfilter
b laagdoorlaatfilter
c hoogdoorlaatfilter
-
010
In een laagfrequentversterker wenst men signalen met frequenties boven het hoorbare gebied te onderdrukken.
Welk filter wordt toegepast ?
a filter 2
b filter 3
c filter 1
-
011
Tussen een zender en de coaxiale voedingslijn naar een meerbanden antenne is een pi-filter opgenomen.
Het doel van dit filter is:
a uitsluitend het verzwakken van harmonischen in het uitgezonden signaal
b uits\uitend het aanpassen van de zenderuitgang op de belasting
c het aanpassen van de zenderuitgang op de belasting én het onderdrukken van harmonischen
-
012
Met een filter kan een signaal van een bepaalde frequentie worden:
a opgewekt
b geselecteerd
c vermenigvuldigd
-
013
Dit is een schema van een:
a hoogdoorlaatfilter
b laagdoorlaatfilter
c banddoorlaatfilter
-
014
Dit is een schema van een:
a hoogdoorlaatfilter
b laagdoorlaatfilter
c bandsperfilter
-
015
Dit is het schema van een:
a bandfilter
b laagdoorlaatfilter
c hoogdoorlaatfilter
-
016
Dit is het schema van een:
a banddoorlaatfilter
b hoogdoorlaatfilter
c bandsperfilter
-
017
Een hoogdoorlaatfilter is een filter dat:
a hoge frequenties verzwakt en lage frequenties doorlaat
b alleen frequenties doorlaat die een hoge spanning hebben
c lage frequenties verzwakt en hoge frequenties doorlaat
-
018
Welke karakteristiek behoort bij een banddoorlaatfilter?
a karakteristiek 1
b karakteristiek 2
c karakteristiek 3
-
019
Dit is een schema van een:
a hoogdoorlaatfilter
b banddoorlaatfilter
c laagdoorlaatfilter
-
020
Drie condensatoren van 30 nanofarad worden in serie geschakeld.
De vervangingscapaciteit is:
a 30 nanofarad
b 90 nanofarad
c 10 nanofarad
-
021
ledere condensator is 6 pF.
De vervangingswaarde is:
a 4 pF
b 9 pF
c 6 pF
-
022
Dit is het blokschema van een ontvanger.
Het blokje gemerkt met X stelt voor de:
a mengtrap
b middenfrequentversterker
c detector
-
023
Welke karakteristiek behoort bij een banddoorlaatfilter?
a karakteristiek 1
b karakteristiek 2
c karakteristiek 3
-
024
Een breedband-antenneversterker is aangesloten tussen een TV-antenne en een TV-ontvanger.
Bij het inschakelen van een hf-amateurzender worden alle TV-kanalen gestoord.
Deze storing is in het algemeen op te heffen door:
a een banddoorlaatfilter achter de versterker te plaatsen
b een hoogdoorlaatfilter voor de versterker te plaatsen
c een laagdoorlaatfilter voor de versterker te plaatsen
-
025
Een squelch-schakeling dient om:
a spiegelfrequentie(s) te onderdrukken
b vonkstoringen te onderdrukken
c ruis te onderdrukken als geen signaal wordt ontvangen
-
026
Indien van een parallelkring de capaciteit wordt gehalveerd zal de resonantiefrequentie:
a √2 maal zo hoog worden
b verdubbeld worden
c √2 maal zo laag worden
-
027
In een amateurstation wordt het laagdoorlaatfilter in de antennekabel gebruikt om:
a signalen hoger in frequentie dan de zendfrequentie te verzwakken
b signalen op de zendfrequentie te verzwakken
c signalen lager in frequentie dan de zendfrequentie te verzwakken
-
028
De parallelkring is in resonantie.
De impedantie tussen X en Y is:
a L/C
b zeer groot
c R
-
029
Het middenfrequentfilter in een ontvanger dient voor:
a onderdrukking van de spiegelfrequentie
b detectie van het laagfrequentsignaal
c verbetering van de selectiviteit
-
030
Tussen een zender en de coaxiale voedingslijn naar een meerbanden antenne is een pi-filter opgenomen.
Het doel van dit filter is:
a uitsluitend het verzwakken van harmonischen in het uitgezonden signaal
b uits\uitend het aanpassen van de zenderuitgang op de belasting
c het aanpassen van de zenderuitgang op de belasting én het onderdrukken van harmonischen
-
031
Aan de antenne-ingang van een TV-ontvanger, geschikt voor frequenties tot 900 MHz, wordt een voorziening geplaatst om oversturing door een 13-cm amateurzender te voorkomen.
Dit moet zijn een:
a hoogdoorlaatfilter
b breedbandversterker
c Iaagdoorlaatfilter