N-12-05-001-vr
001
Het voor een radiozendamateur met een N-registratie toegestane zendvermogen in de 2-meter amateurband is:

a   25 W
b   120 W
c   400 W


-
002
Volgens het Internationale Radioreglement is radiocommunicatie tussen amateurstations van verschillende landen:

a   alleen toegestaan voor amateurs die hebben aangetoond teksten in morseschrift
     correct met de hand te kunnen seinen en correct op het gehoor te kunnen ontvangen
b   alleen toegestaan als in het internationale amateuroverleg hierover een overeenkomst is bereikt
c   verboden indien de administratie van één der betrokken landen heeft laten weten hiertegen bezwaar te hebben


-
003
Een radiozendamateur laat voor een radiopeilevenement (vossenjacht) een amateurstation onbeheerd achter.Dit is:

a   toegestaan  
b   alleen toegestaan met toestemming van Agentschap Telecom
c   niet toegestaan


*
004
Een radiozendamateur met een N-registratie wil bij een radiozendamateur met
F-registratie zenden op een frequentie van 1297 MHz.

a   toegestaan, mits de radiozendamteur met de F-registratie aanwezig is bij het radiozendapparaat
b   niet toegestaan
c   toegestaan, mits de radiozendamateur met de N-registratie de roepletters van de radiozendamateur met de F-registratie gebruikt


-
005
De radiozendamateur mag het amateurstation gebruiken voor het uitzenden van:

a   opmerkingen van commerciele aard
b   informatie die betrekking heeft op het amateurstation
c   versleutelde informatie


-
006
In de "gebruikersbepalingen" is onder meer bepaald dat de radiozendamateur:

a   tijdens de uitzendingen van een amateurstation hierbij altjd aanwezig dient te zijn
b   bij het gebruik van het amateurstation overlast in het radioverkeer dient te voorkomen
c   recht heeft op ongestoord gebruik van de aan de Amateurdienst toegewezen frequentiebanden


-
007
Op het vaste adres van de geregistreerde radiozendamateur staat het amateurstation zodanig opgesteld dat door het indrukken van de microfoonschakelaar de zender in bedrijf komt.
De radiozendamateur is niet aanwezig.
Wat is juist ?

a   de radiozendamateur handelt correct als hij aan z’n huisgenoten heeft verteld dat niemand aan het amateurstation mag komen
b   dit is toegestaan als het bewijs van registratie aanwezig is
c   dit is in strijd met de voorschriften en beperkingen


-
008
Tijdens uitzendingen op frequenties, waarop de Amateurdienst met een secundaire status is toegestaan, is de radiozendamateur verplicht:

a   altijd voorrang te verlenen aan diensten die een gelijke status hebben als de Amateurdienst
b   altijd voorrang te verlenen aan diensten met een primaire status
c   altijd voorrang te verlenen aan andere diensten met een secundaire status


-
009
Tijdens een uitzending moeten de roepletters uitgezonden worden ten minste éénmaal per:

a   3 minuten
b   10 minuten
c   5 minuten


-
010
Tijdens een amateurradio-uitzending moeten de roepletters worden uitgezonden ten minste éénmaal per:

a   5 minuten    
b   15 minuten
c   10 minuten


-
011
Een radiozendamateur met een N-registratie heeft een zelfbouw 2-meter zender die een zendvermogen kan afgeven van maximaal 50 watt.
Het gebruik van deze zender door de N-geregistreerde is:

a   alleen toegestaan als het zendvermogen is verminderd tot ten hoogste 25 W
b   niet toegestaan
c   alleen toegestaan als het zendvermogen is verminderd tot 30 W


-
012
Een amateurzender werkt met de klasse van uitzending F3E en een bandbreedte van 16 kHz.
Volgens de "gebruikersbepalingen" mag deze zender niet werken op

a   145,995 MHz
b   145,160 MHz
c   144,016 MHz


-
013
Het zendvermogen van een zender is instelbaar van 1 tot 50 wat. De zender kan werken van 144-148 MHz.
Mag een radiozendamateur met een N-registratie dit apparaat gebruiken?

a   alleen als de niet toegestane frequenties zijn geblokkeerd
b   nee
c   ja, mits hij binnen de grenzen van zijn N-bevoegdheid blijft


-
014
Een radiozendamateur ondervindt storing van een radiostation dat niet bevoegd is met hem radioverbindingen te maken.
Om dit station hierover te informeren brengt de radiozendamateur hiermee een radioverbinding tot stand.
Dit is:

a   niet toegestaan
b  toegestaan als de amateurdienst in die frequentieband een secundaire status heeft
c   toegestaan als de amateurdienst in die frequentieband een primare status heeft


-
015
In de "gebruikersbepalingen" wordt onder het radiostation verstaan:

a   een of meer radiozendapparaten met uitzondering van radiozendapparaten die niet op het vaste adres staan opgesteld
b   een of meer radiozendapparaten met de daarbij behorende ontvangers
c   een of meer radiozendapparaten met de daartoe behorende antenne-inrichtingen


-
016
Volgens de"gebruikersbepalingen" wordt onder het zendvermogen van een FM-zender verstaan:

a   het aan de eindtrap geleverde gelijkstroomvermogen
b   het door de antenne effectief uitgestraalde vermogen
c   het door de zender afgegeven hoogfrequentvermogen


-
017
Een radiozendamater met een N-registratie mag in de 70-cm band:

a   alleen telegrafie uitzendingen doen
b   alleen telefonie uitzendingen doen
c   zowel telefonie als telegrafie uitzendingen doen


-
018
Een radiozendamateur beluistert een radioverbinding tussen twee andere radiozendamateurs.
Het (her)uitzenden van de opgevangen informatie is:

a   toegestaan, als deze informatie betrekking heeft op technische onderzoekingen
b   zonder meer toegestaan
c   nooit toegestaan


-
019
De radiozendamateur moet:

a   in staat zijn vast te stellen dat het door de antenne uitgestraalde zendvermogen niet wordt overschreden
b   er voor zorgdragen dat het toegestane zendvermogen niet wordt overschreden
c   kunnen vaststellen met welk zendvermogen de zendinrichting werkt


-
020
Het zendvermogen van een zender is instelbaar van 1 tot 50 wat.
De zender kan werken van 144-148 MHz.
Mag een radiozendamateur met een N-registratie dit apparaat gebruiken?

a   nee
b   alleen als de niet toegestane frequenties zijn geblokkeerd
c   ja, mits hij binnen de grenzen van zijn N-bevoegdheid blijft


-
021
De roepletters moeten worden uitgezonden:

a   bij het begin aan aan het einde van elke uitzending ten minste twee maal en  tijdens de uitzending één maal per 5 minuten.
b   bij het begin en aan het einde van elke uitzending ten minste één maal; en tijdens de uitzending één maal per 5 minuten.
c   bij het begin en aan het einde van elke uitzending ten minste één maal en tijdens de uitzending één maal per 5 minuten


-
022
In de "gebruikersbepalingen" wordt onder het radiostation verstaan, een of meer radiozendapparaten:

a   die op het vaste adres staan opgesteld
b   met de daartoe behorende antenne-inrichtingen, noodzakelijk voor het op een  locatie uitvoeren van een radiocommunicatiedienst
     in de zin van artikel 1.19 van het Radioreglement
c   met de daarbij behorende ontvang- en antenne-inrichtingen


-
023
Een radiozendamateur met een N-registratie wil uitzenden op 144,990 MHz in de klasse van uitzending F1A en een bandbreedte van 1,2 kHz.
Dit frequentiegebruik is:

a   alleen toegestaan onder toezicht van een radiozendamateur met een F-registratie
b   niet toegestaan
c   toegestaan


-
024
Een zender werkt met een klasse van uitzending F3E (FM).
Het gemiddelde vermogen dat door de eindtrap aan de antenne-inrichting wordt afgegeven bedraagt 8 watt.
Volgens de "gebruikersbepalingen" is het zendvermogen:

a   1W
b   8W
c   4W


-
025
Een geregistreerde radiozendamateur:

a   moet in staat zijn om te bepalen of de uitzendingen binnen de toegelaten frequentieband plaatsvinden
b   is er voor verantwoordelijk dat de grenzen door de uitzendingen op de hem  toegewezen frequentiebanden niet worden overschreden
c   moet in staat zijn nauwkeurig te bepalen op welke frequentie de uitzendingen plaatsvinden


-
026
Een geregistreerde radiozendamateur koopt een tweedehands mobilofoon,  werkend in de band 146 - 174 MHz.
Hij wijzigt het frequentiebereik in 144 - 172 MHz.
Het gebruik van dit apparaat is:

a   niet toegestaan
b   alleen toegestaan als de eindtrap van de zender is verwijderd
c   toegestaan, mits hij zich aan de voorschriften en beperkingen houdt


-
027
Een radiozendamateur met een N-registratie mag:

a   op 433,000 MHz zenden met een vermogen van 25 W
b   op 433,400 MHz zenden met een vermogen van 50 W
c   op 446,500 MHz zenden met een vermogen van 25 W


-
028
Een radiozendamateur werkt op een amateurfrequentie waarop de Amateurdienst met een secundaire status is toegelaten.
De radiozendamateur is verplicht om gedurende de uitzendingen:

a   altijd voorrang te verlenen aan professionele diensten met een secundaire status
b   in het geval hij storing veroorzaakt bij een andere gebruiker, zijn uitzendingen altijd te staken
c   altijd voorrang te verlenen aan diensten met een primaire status


-
029
Een radiozendamateur met een N-registratie heeft een zelfbouw 2-meter zender met een zendvermogen van maximaal 60 watt.
Het gebruik van deze zender door de N-geregistreerde is:

a   niet toegestaan
b   zonder beperkingen toegestaan
c   alleen toegestaan als het zendvermogen wordt verminderd tot ten hoogste 25 W


-
030
Een zendamateur zendt uit in de klasse van uitzending J3E (EZB).
Het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over één periode van de hoogfrequent uitgangswisselspanning tijdens het maximum van de omhullende, bedraagt 100 watt.
Volgens de "gebruikersbepalingen" is het zendvermogen:

a   100W
b   200W
c   400W


-
031
In de "gebruikersbepalingen" wordt onder het radiostation verstaan, een of meer radiozendapparaten:

a   die op het vaste adres staan opgesteld
b   met de daartoe behorende antenne-inrichtingen, noodzakelijk voor het op een locatie uitvoeren van een
     radiocommunicatiedienst in de zin van artikel 1.19 van het Radioreglement
c   die op het vaste adres staan opgesteld


-
032
Een radiozendamateur zendt een signaal uit met een brandbreedte van 2200 kHz.
Dit is:

a   alleen toegestaan in amateurbanden vanaf 430 MHz en hoger
b   in geen enkele amateurband toegestaan
c   in de 2-meter amateurband toegestaan


-
033
Binnen het kader van de ameurdienst is de Nederlandse radiozendamateur bevoegd:

a   uitzendingen te doen ten behoeve van de begeleiding van sportmanifestaties
b   technische onderzoekingen te doen op frequentiebanden die daarvoor zijn aangewezen
c   technische onderzoekingen te doen met persoonlijk oogmerk en met geldelijke interesse


-
034
Een radiozendamateur in de categorie N zendt uit op 145,798 MHz.
Dit is:

a   toegestaan met F3E als klasse van uitzending
b   toegestaan
c   niet toegestaan


-
035
Een radiozendamateur laat voor een georganiseerd radioamateur-peilevenement zijn zender werkend achter in het bos.
Dfit is :

a   toegestaan
b   niet toegestaan
c   uitsluitend toegestaan als hiervoor toestemming van Agentschap Telecom is verkregen


-
036
Het is de radiozendamateur in alle gevallen toegestaan het amateurstation te gebruiken om informatie uit te zenden:

a   die versleuteld is
b   van commerciéle aard
c   die betrekking heeft op amateurstations


-
037
Juist is:

a   de 50 MHz frequentieband mag door de radiozendamateur met een F-registratie
     worden gebruikt met een zendvermogen van 30 W
c   de 50 MHz frequentieband mag door de radiozendamateur met een F- of N-registratie worden gebruikt met een zendvermogen van 25 W
c   de 50 MHz frequentieband mag door de radiozendamateur met een F- of N-registratie worden gebruikt met een zendvermogen van 120 W


-
038
De radiozendamateur mag het amateurstation gebruiken voor het uitzenden van:

a   informatie die betrekking heeft op het amateurstation
b   versleutelde informatie
c   opmerkingen van commerciéle aard


-
039
De communicatie tussen amateurstations mag qeen berichten bevatten:

a   met opmerkingen van persoonlijke aard
b   ten behoeve van of voor derden
c   van gering belang


-
040
Een zender, welke werkt in de band 144-148 MHz en 100 watt kan leveren, wordt te koop aangeboden.
Mag een radiozendamateur met een N-registratie deze apparatuur gebruiken?

a   ja, mits hij zich aan de gebruikersbepalingen houdt
b   alleen als de eindtrap is gedemonteerd
c   alleen als de niet toegestane frequenties zijn geblokkeerd


-
041
Het gebruik van amateurtelevisie met een bandbreedte van 6 MHz is toegestaan:

a   vanaf 430 MHz en hoger
b   in alle frequentiebanden met uitzondering van de 30-meter band
c   vanaf 144 MHz en hoger


-
042
Een radiozendamateur maakt vanuit de auto een verbinding op 2 meter. Tot zijn schrik merkt hij dat hij een zakelijke afspraak niet kan nakomen.
Hij vraagt aan de radiozendamateur met wie hij verbinding heeft dit telefonisch door te geven.
Dit is:

a   toegestaan als de zakelijke relatie ook radiozendamateur is
b   niet toegestaan
c   toegestaan


-
043
Het gebruik van amateurtelevisie met een bandbreedte van 6 MHz is toegestaan:

a   in alle frequentiebanden met uitzondering van de 30-meter band
b   vanaf 144 MHz en hoger
c   vanaf 430 MHz en hoger


-
044
Een geregistreerde radiozendamateur gebruikt zijn amateurstation als een onbemand relaisstation.
Dit is:

a   nooit toegestaan
b   uitsluitend toegestaan met een vergunning van Agentschap Telecom    
c   altijd toegestaan


-
045
Een geregistreerde radiozendamateur koopt een tweedehands mobilofoon,  werkend in de band 146 - 174 MHz.
Hij wijzigt het frequentiebereik in 144 - 172 MHz.
Net gebruik van dit apparaat is:

a   toegestaan, mits hij zich aan de gebruikersbepalingen amateurfrequentiegebruik houdt
b   niet toegestaan
c   alleen toegestaan als de eindtrap van de zender is verwijderd


-
046
Tijdens een amateurradio-uitzending moet de radiozendamateur er voor zorgdragen dat:

a   de grenzen van de hem toegewezen frequentiebanden en het toegestane zendvermogen niet worden overschreden
b   de zendfrequentie zo stabiel mogelijk is
c   het maximum zendvermogen niet wordt overschreden


-
047
Een radiozendamateur met een N-registratie wil uitzenden op 144,990 MHz in de klasse van uitzending F1A en een bandbreedte van 1,2 kHz.
Dit frequentiegebruik is:

a   toegestaan
b   alleen toegestaan onder toezicht van een radiozendamateur met een F-registratie
c   niet toegestaan


-
048
Een radiozendamateur met een N-registratie mag:

a   op 446,500 MHz zenden met een vermogen van 25 W
b   op 433,400 MHz zenden met een vermogen van 50 W
c   op 433,000 MHz zenden met een vermogen van 25 W


\-
049
Een radiozendamateur met een N-registratie heeft een zelfbouw 2-meter zender met een zendvermogen van maximaal 60 watt.
Het gebruik van deze zender door de N-geregistreerde is:

a   zonder beperkingen toegestaan
b   niet toegestaan
c   alleen toegestaan als het zendvermogen wordt verminderd tot ten hoogste 25 W


-
050
Welke combinatie van mogelijkheden mag de radiozendamateur met een N-registratie gebruiken?

a   zendvermogen:  25 W; frequentie: 145 MHz
b   zendvermogen:  400 W; frequentie: 28 MHz
c   zendvermogen
: 120 W; frequentie: 145 MHz


-
051
Gedurende een uitzending dient de radiozendamateur zijn roepletters:

a   alleen op verzoek van het tegenstation te vermelden
b   niet te vermelden
c   ten minste éénmaal per 5 minuten te vermelden


-
052
Een radiozendamateur met een N-registratie installeert een onbemand packetradiostation in de 70 cm amateurband.
Dit is:

a   uitsluitend toegestaan, indien de zender automatisch kan worden uitgeschakeld
b   toegestaan
c   niet toegestaan


-
053
De radiozendamateur moet:

a   kunnen vaststellen met welk zendvermogen de zendinrichting werkt
b   in staat zijn vast te stellen dat het door de antenne uitgestraalde zendvermogen niet wordt overschreden
c   er voor zorgdragen dat het toegestane zendvermogen niet wordt overschreden


-