001    
In de algemene bepalingen van de Telecommunicatiewet komt de volgende definitie voor:
" ( - X -): apparaten die naar hun aard bestemd zijn voor het zenden of het zenden en ontvangen van radiocommunicatiesignalen."
In plaats van ( - X - ) staat:

a   radioversterkerapparaten
b   radio-ontvangapparaten
c   radiozendapparaten
N-12-03-001-vr
002
Een registratie voor het gebruik van frequentieruimte voor het doen van onderzoekingen door radiozendamateurs wordt uitgevoerd namens de Minister van:

a   Binnenlandse Zaken
b   Verkeer en Waterstaat
c   Economische Zaken
003
Een radiozendamateur maakt vanuit de auto een verbinding op 2 meter.
Tot zijn schrik merkt hij dat hij een zakelijke afspraak niet kan nakomen.
Hij vraagt aan de radiozendamateur met wie hij verbinding heeft dit telefonisch  door ie geven.
Dit is:

a   toegestaan
b   toegestaan als de zakelijke relatie ook radiozendamateur is
c   niet toegestaan
005
Een radiozendamateur in de categorie N gebruikt de klasse van uitzending F3E met een bandbreedte van 16 kHz.
Hij mag zenden op:

a   145,795 MHz
b   144,995 MHz
c   145,016 MHz
004
In het geval van een FM-zender wordt volgens de "gebruikersbepalingen" onder zendvermogen verstaan:

a   het door de eindtrap opgenomen gelijkstroomvermogen
b   het door de zender afgegeven hoogfrequentvermogen
c   het door de antenne afgegeven gemiddelde hoogfrequentvermogen
006
Het is de radiozendamateur in alle gevallen toegestaan het amateurstation te gebruiken om informatie uit ie zenden:

a   die betrekking heeft op amateurstations
b   die versleuteld is
c   van commerciele aard
007
Een geregistreerde radiozendamateur:

a   is er voor verantwoordelijk dat de grenzen door de uitzendingen op de hem
     toegewezen frequentiebanden niet worden overschreden
b   moet in staat zijn nauwkeurig te bepalen op welke frequentie de uitzendingen
     plaatsvinden
c   moet in staat zijn om te bepalen of de uitzendingen binnen de toegelaten
     frequentieband plaatsvinden
008
Een geregistreerde radiozendamateur koopt een tweedehands mobilofoon, werkend in de band 146 - 174 MHz.
Hij wijzigt het frequentiebereik in 144 - 172 MHz.
Het gebruik van dit apparaat is:

a   alleen toegestaan als de eindtrap van de zender is verwijderd
b   toegestaan. mits hij zich aan de gebruikersbepaiingen amateurfrequentiegebruik houdt
c   niet toegestaan
009
Voor de radiozendamateur in de categorie N is het maximaal toegestane zendvermogen:op 2 mtr

a   25 W
b   15 W
c   35 W
010
De communicatie tussen amateurstations mag geen berichten bevatten:

a   met opmerkingen van persoonlijke aard
b   van geringe belang
c   ten behoeve van of voor derden
011
Definitie zendvermogen:
Het door de direct met [...X...] te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over één periode van de hoogfrequente uitgangswisselspanning tij“dens het maximum van de omhullende
(Peak Envelope Power).
Op de plaats van [...X...] moet staan:

a   het voedingsapparaat
b   het radiozendapparaat
c   de antenne-inrichting
012
In de algemene bepalingen van de Telecommunicatiewet komt de volgende definitie voor:
"( - X -): eigenschap van apparaten, om op bevredigende wijze in hun elektromagnetische omgeving te kunnen functioneren zonder zelf elektromagnetlsche storingen te veroorzaken die ontoelaatbaar zijn voor alles wat zich in die omgeving bevindt."
In plaats van ( - X -) staat:

a   elektromagnetische comptabiliteit
b   elektromagnetische stoorongevoeligheid
c   elektromagnetische toegankelijkheid
013
Een geregistreerde radiozendamateur gebruikt zijn amateurstation als een onbemand relaisstation.
Dit is:

a   altijd toegestaan
b   uitsluitend toegestaan met een vergunning van Agentschap Telecom
c   nooit toegestaan\
014
Tijdens uitzendingen op frequenties, waarop de Amateurdienst met een secundaire status is toegestaan, is de radiozendamateur verplicht:

a   altijd voorrang te verlenen aan andere diensten met een secundaire status
b   altijd voorrang te verlenen aan diensten met een primaire status
c   altijd voorrang te verlenen aan diensten die een gelijke status hebben als de Amateurdienst
015
Een radiozendamateur in de categorie N zendt uit op 145,798 MHz.
Dit is:

a   toegestaan
b   niet toegestaan
c   toegestaan met F3E als klasse van uitzending
016
De radioamateur wordt in het Internationale Radioreglement gedefinieerd als:
Bewering 1.
een persoon die radiotechniek toepast met geldelijk oogmerk en zonder persoonlijk  gewin.
Bewering 2:
een bevoegd persoon die geïnteresseerd is in radiotechniek, uitsluitend met een persoonlijk oogmerk en zonder geldellijke interesse.
Wat is juist?

a   alleen bewering 1
b   alleen bewering 2
c   bewering 1 en bewering 2
017
De wetgever onderscheidt registratie in de categorieen F en N voor het doen van onderzoekingen door radiozendamateurs.
Dit onderscheid bepaalt uitsluitend de toegestane:

a   frequentiebanden en zendvermogens
b   zendvermogens en klassen van uitzending
c   klassen van uitzending en de status op de toegewezen banden
018
Volgens het Internationale Radioreglement is radiocommunicatie tussen amateurstations van verschillende landen:

a   alleen toegestaan als in het internationale amateuroverleg hierover een overeenkomst is bereikt
b   verboden indien de administratie van één der betrokken landen heeft laten weten hiertegen bezwaar te hebben
c   alleen toegestaan voor amateurs die hebben aangetoond teksten in morseschrift correct met de hand te kunnen seinen en
     correct op het gehoor te kunnen ontvangen
019
Een zendamateur zendt uit in de klasse van uitzending J3E (EZB).
Het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over één periode van de hoogfrequent uitgangswisselspanning tijdens het maximum van de omhullende, bedraagt 100 watt.
Volgens de "gebruikersbepalingen" is het zendvermogen:

a   400W
b   100W
c   200W
020
Definitie zendvermogen:
Het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over een periode van de ( ... X ... ) tijdens het maximum van de omhullende (Peak Envelope Power).
Op plaats [...X...] moet staan:

a   laagfrequente uitgangswisselspanning
b   hoogfrequente ingangswisselspanning
c   hoogfrequente uitgangswisselspanning
021
Het gebruik van amateurtelevisie met een bandbreedte van 6 MHz is toegestaan

a   in alle frequentiebanden met uitzondering van de 30-meter band
b   vanaf 430 Mhz en hoger
c   vanaf 144 Mhz en lager
022
WeI combinatie van mogelijkheden mag de radio-amateur doen met een N-registratie?

a   zendvermogen; 400 W / frequentie 28 MHz
b   zendvermogen :  25 W / frequentie 145 MHz
c   zendvermogen; 120 W / frequentie 145 MHz
023
Gedurende een uitzending dient de radiozendamateur zijn roepletters:

a   alleen op verzoek van het tegenstaiion te vermeldenn
b   niet te vermelden
c   tenminste 1 x per 5 minutwn te vermlden
024
Definitie zendvermogen:
Het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over één periode van de hoogfrequente uitgangswisselspanning tj”dens ( ... X ... )
(Peak Envelope Power).
Op de plaats ( ... X ... ) moet staan:

a   het gemiddelde van de omhullende
b   het maximum van de omhullende
c   het minimum van de omhullende
025
Een registratie in de categorie N voor het doen van onderzoekingen door radiozendamateurs wordt door de overheid uitgevoerd onder de volgende voorwaarden:

a   leeftijd tenminste 14 jaar en geslaagd voor het examen N
b   leeftijd tenminste 12 jaar en geslaagd voor fret examen N
c   leeftijd tenminste 12 jaar en geslaagd voor het examen F
026
De Amateurdienst wordt uitgeoefend door bevoegde personen:
1.   die geïnteresseerd zijn in de radiotechniek
2.   met uitsluitend een persoonlijk oogmerk en zonder geIdelijke interesse
Wat is juist ?

a   bewering 1 en bewering 2
b   alleen bewering
c   alleen bewering 2
027
Bij onderzoek naar aanleiding van een klacht blijkt dat uw amateurzender storing veroorzaakt in een mobilofoonkanaal van de politie.
De Minister van Economische Zaken is in dit geval bevoegd:
1 het amateurapparaat in beslag te nemen en op uw kosten te vernietigen.
2.een geheel of gedeeltelijk zendverbod op te leggen.
Juist is?

a   alleen 1
b   zowel 1 als 2
c   alleen 2
028
In de "gebruikersbepalingen" wordt onder het radiostation verstaan, een of meer radiozendapparaten:

a   met de daartoe behorende antenne-inrichtingen, noodzakelijk voor het op een
     locatie uitvoeren van een radiocommunicatiedienst in de zin van artikel 1.19 van
     het Radioreglement
b   met de daarbij behorende ontvang- en antenne-inrichtingen
c   die op het vaste adres staan opgesteld
029
Juist is:

a   de 50 MHz frequentieband mag door de radiozendamateur met een
     F- of N-registratie worden gebruikt met een zendvermogen van 25 W
b   de 50 MHz frequentieband mag door de radiozendamateur met een F-registratie
     worden gebruikt met een zendvermogen van 30 W
c   de 50 MHz frequentieband mag door de radiozendamateur met een
     F- of N-registratie worden gebruikt met een zendvermogen van 120 W\
030
Volgens de"gebruikersbepalingen" wordt onder het zendvermogen van een FM-zender verstaan:

a   het door de antenne effectief uitgestraalde vermogen
b   het aan de eindtrap geleverde gelijkstroomvermogen
c   het door de zender afgegeven hoogfrequentvermogen
031
Een radiozendamateur werkt op een amateurfrequentie waarop de Amateurdienst met een secundaire status is toegelaten.
De radiozendamateur is verplicht om gedurende de uitzendingen:

a   altijd voorrang te verlenen aan professionele diensten met een secundaire status
b   altijd voorrang te verlenen aan diensten met een primaire status
c   in het geval hij storing veroorzaakt bij een andere gebruiker, zijn uitzendingen altijd te staken
032
Het voor een radiozendamateur met een N-registratie toegestane zendvermogen in de 2-meter amateurband is:

a   120 W
b   25 W
c   400 W