De grafische voorstelling in tijd.
Frequentie = 1 periode / gedeeld door de tijdsduur (periodetijd).
f = 1 / periodetijd

f =  de frequentie in Hz.
Hz = sinus
f =p/s

p/s = het aantal perioden per seconde.
Sinus:

1 heen en weer gaande beweging, uitgedrukt in Hz.
HEEN EN WEER   =   NUL naar MAX+  naar NUL naar MAX- naar NUL
Hz = sinus.
Frequentie:
Van 1 Hz. naar veel Khz.
Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3
Figuur 4
Figuur 7
Skin Effect

Dit komt doordat een wisselstroom steeds heen en weer gaat..
Ze is in het midden van de geleider tegenwerkend en werkt de electronen naar de buitenkant
..
Hierdoor zullen de elektronen meer geneigd zijn zich voort te bewegen langs de buitenkant, dan langs de binnenkant.

De sterkte van het effect neemt toe met de frequentie van de wisselstroom.
Het skineffect speelt daarom vooral een rol bij radiofrequente (RF) wisselstromen
jj_01_06_001v
Wisselstroom
Figuur 5
Gelijkstroom
Bij gelijkstroom gaan de elektronen allemaal dezelfde kant op
Bij wisselstroom wisselen de elektronen van richting in het ritme van de frequentie.
Ze botsen dus tegen elkaar.
Hoe hoger de frequentie , hoe meer ze botsen.
Daardoor gaan ze slecht door de midden van de geleider en treedt skin-effect op.
Figuur 6