Veron 3.1.1

Weerstanden in serie.
De weerstanden staan achterelkaar en hebben dezelfde stroom.
De weerstanden worden hier opgeteld.
Rt = R1+R2
Wet van Ohm.
U=10V R=5Ohm I=?
Rt = 5

U=I*R ,dus I=U/R 10/5=2 A.
UR=IR*R 2*5=10V.
Rt=R1+R2     5+5=10
U=I*R ,dus I=U/R 10/10=1A.
De 1 Ampere loopt door R1 en R2        SERIE.

Ur1=IR1*R1 1*5=5V
Ur2=IR2*R2 1*5=5V
Samen weer      10 V
Opm:
We zien dat de spanning verdeeld wordt in 2*5V en samen weer 10V is!!!
Rt=R1+R2     3+7=10
U=I*R ,dus I=U/R 10/10=1A.
De 1 Ampere loopt door R1 en R2        SERIE

Ur1=IR1*R1 1*3=3V
Ur2=IR2*R2 1*7=7V
Samen weer      10 V
Opm:
Alle spanningsvallen zijn gelijk aan Ua.
Dit is de 2de Wet van Kirchoff.   U=0
Weerstanden Parallel:
De weerstanden staan naast elkaar en hebben dezelfde spanning.
Rv = 1/ [ 1/R1 + 1/R2 ]
De Spanning U is hetzelfde, maar de stromen anders.
I=U/R
I1=U1/R1 10/10        = 1  A
I2=U2/R2 10/5          = 2  A
I3=U3/R3 10/20        = 0.5  A
It=I1+I2+I3= 1+2+0.5=3.5  A
= 2.875
Rv = 1/ [ 1/R1 + 1/R2 + 1/R3 ]
Rv=1/350exp-3 = 2.857

I=U/R
It=Ut/Rt 10/2.857  = 3.5 A
It=I1+I2+I2 1+2+0.5=3.5 A
Opm:
De stromen samen zijn gelijk aan It.

Di
t is de 1ste Wet Van Kirchoff: I=0
Vb:
Hoe groot is de weerstand tussen a en b?
a staat parallel // met b.

a is dus // en geeft 1/(1/1000+1/1000)= 500 Ohm
b is dus // en geeft 1/(1/200+1/800)    = 160 Ohm
                                       Samen         660 Ohm
Spoelen in serie:
De spoelen staan achter elkaar en hebben dezelfde stroom.
Lt =L1+L2
De spoelen worden hier opgeteld , mits ze elkaar niet beinvloeden met elkaars magnetisch veld.
Ook moeten de wikkelingen van de spoelen dezelfde kant op staan, anders werken ze elkaar tegen.

Lt=L1+L2     3+7=10 Ω.
U=I*Xl    ,dus I=U/Xl 10/10=1A.
De 1 Ampere loopt door L1 en L2        SERIE.

U=IxR
UL1=IL1*Xl1      1*3=3V
UL2=IL2*Xl2      1*7=7V
Samen weer            10 V
Opm:
Alle spanningsvallen zijn gelijk aan Ua.

Dit heet de 2de Wet van Kirchoff. U=0
Spoelen Parallel:
De spanning U is hetzelfde, maar de stromen anders.
Mogen net als weerstanden behandeld worden.

Lv = 1 / ( 1/L1 + 1/L2
Condensatoren in serie:
De Condensatoren staan achterelkaar en hebben dezelfde stroom.

Cv = 1 / ( 1/C1 + 1/C2 + 1/C3)
De condensatoren worden hier niet opgeteld.

BELANGRIJK:
Maar behandelt als een weerstand of spoel die parallel staan.
Vb:
= 21 nF.

I=U/Xc
I=U/Xc= 10/ 75exp3= 133 µA.

  = 75 K.
Condensatoren Parallel:
Ct=C1+C2
30+70=100 nF.

I=U/Xc
10/ 16exp3= 625 µA

Heel anders als bij weerstanden !!!

Shakeling  transformatoren:
Men moet rekening houden met hoe de wikkelingen gemaakt zijn. Linksom of rechtsom.
= 16 K.
Serieshakeling  transformatoren:
Elke trafo 115V//6V//1A  en de lamp 6V//10W
Uin van 230V verdeeld zich over 2 trafo’s in 115v en 115 V = OK
Uuit is 2x 6V = 12V = NIET OK.
Uin van 230V verdeeld zich hiet goed.
De Uuit is nu 6V//2A, 12W,dus OK.
Uin is hier niet goed!!
Uuit is 12V, ook niet goed.
Uin is hier niet goed!!
Dus Uuit ook niet.
Diodes in serie:
LEDs in serie.
Raar maar waar.
Kan gebruikt worden om spanning te veranderen.
En de sperspanning loopt enorm op.
Uin                                                         Uuit
12 V                                                   ca 10.2 V.
Hier wordt de spanning omlaag gebracht.
Je kunt ook de spanning verhogen met 1 of meer dioden, door de massa te lichten.
De spanning wordt hier 2 x U-diode opgelicht.

Zenerdiodes:
Hoe groot wordt de U-uit ?    5.6 + 10 =  15.6 V
Diodes parallel:
Omdat de diodes nooit identieke karakteristieken hebben, zal de stroom zich niet netjes verdelen over de diodes.
Door warmte ontwikkeling zal de minste diode minder R krijgen en meer I stroom.
Deze diode zal zichzelf opblazen.
De maximale stroom is 10 mA.
Bepaalt door de minste.
Varicap diodes:
Ct = C1 + C2