Veron 2.5.1

Diode:
Is een elektronisch onderdeel dat de elektrische stroom zeer goed in een richting geleidt, maar praktisch niet in de andere richting.
Een diode functioneert als het ware als een elektronisch ventiel.
KnAp
Drempelspanning:
Een halfgeleider geleidt pas als er een bepaalde spanning over staat.
De spanning, waarbij een halfgeleider gaat geleiden, noem je de drempelspanning.
Een diode geleidt pas als de spanning over de diode gelijk is aan de drempelspanning.
De drempelspanning is niet voor iedere stof gelijk. Voor silicium is dit 0,7V en voor germanium 0,2V.
Diode A zal geleiden en lamp A brand ,bij gesloten schakelaar.
En B niet.
Gelijkrichting:
De tekening van boven naar beneden:



Alleen signaal.







Enkele diode ,geeft enkele puls gelijkrichting.








Diodebrug ,geeft dubbele puls gelijkrichting.
Enkele diode ,geeft enkele puls gelijkrichting:
Diodebrug ,geeft dubbele puls gelijkrichting
of                                          >>>
Zenerdiode:
De spanning over de diode in sperrichting, zal na het bereiken van de zenerspanning over een relatief groot bereik van de stroomsterkte, constant blijven.
Een zenerdiode kan als gevolg van dit effect gebruikt worden om een elektrische spanning op een gewenste waarde te begrenzen.
wordt in sperrichting aangesloten.
Vb:
Van de zenerdiode is de karakteristiek gegeven.
Bij 10 mA is de U 5.2v
Bij 20 mAis de U 5.4v
Bij 30 mA is de U 5.6v
LED:
Een halfgeleidercomponent die licht uitzendt als er een elektrische stroom in de doorlaatrichting doorheen wordt gestuurd.
Led doet het beste bij ca 1.7 V // 20 mA
De serieweerstand bij 12v:
voorschakelweerstand.
U+=12v
Uled = 1.7v
Uweerstand = 12-1.7 =10.3v
Iled = 20mA
R = Ur/Iled = 10.3/20exp-3 = 515 .
Varicap:
Heeft in de sperrichting een capaciteit die afhankelijk is van de spanning.